Toets-(Wan)hoop voor de beelddenker

Je bent hier:
Toets-(Wan)hoop voor de beelddenker

Begeleiding voor lezen en spelling

Om 8 uur komen Jeroen en zijn moeder binnen.  Jeroen, gaat direct bij de verwarming staan. Dat vindt hij lekker nu het buiten zo koud is. Jeroen komt in de praktijk, omdat ik hem begeleid met lezen en spelling, maar ook als hij soms even niet lekker in zijn vel zit.
Voor moeder weg gaat vraag ik of er nog bijzonderheden te melden zijn. Ja, er is iets te melden. Moeder en zoon kijken elkaar aan. Jeroen wil dat moeder het vertelt en zij eigenlijk dat hij het vertelt.

POPtalk

Beelddenkers vinden het vaak lastig om te vertellen, wat ze moeilijk vinden of wat hun dwars zit, dus ik besluit om een handje te helpen, door Jeroen voor te stellen gewoon te beginnen en als het niet lukt mamma of ik hem verder helpen. Hij begint, daar ben ik blij mee. In wat een beetje lijkt op telegramstijl vertelt hij dat het over rekenen gaat.  En wel de Cito-toets rekenen.  Eigenlijk zou ik  graag wat meer horen, maar er komt niet veel meer dan, dat het heel moeilijk was. Door wat  open-vragen te stellen probeer ik wat meer over de toets te horen te krijgen. Hij vertelt, maar moeder springt op een gegeven moment in, want het echte probleem komt niet boven tafel. Hij blokkeerde namelijk tijdens de toets. Moeder vertelt er meer over en vraagt of ik met hem hierover een POPtalk gesprek wil voeren. Dat is goed.

Cito

Voor ik met het gesprek start, vraag ik Jeroen of hij met over de Cito rekenen wil praten. Hij knikt.
Jeroen start met het neerzetten van zijn klas en wijst aan waar hij zit. Juf zit aan haar tafel voor de klas. Als hij de sommen ziet, denkt hij: “Ik kan het niet”. Bij POPtalk zetten we het liefst woorden in een beeld neer en ik vraag dan ook of hij bij deze gedachte een beeld kan maken. Een beeld bedenken bij “ik kan het niet” vindt Jeroen best moeilijk. Snap ik wel, want het zijn ook bijna allemaal beeldloze woorden.  Ik help hem een beetje door te vragen of hij zich nog iets kan bedenken, wat hij ook niet kon. Dat weet hij wel en vertelt van een keer, dat hij eten kreeg, wat zo vies was. Hij kon het echt niet eten en had moeten overgeven. Jeroen, kan heel mooi tekenen en maakt een tekening van er gebeurde. Die plaatsen we bij  de gedachte “ik kan het niet”. “Wat voel je?” vraag ik,  als je denkt dat je iets niet kunt. De kleur van zijn gevoel is volgens Jeroen rood en daarnaast pakt hij een picto met een gefrustreerd gezichtje. Op een schaal van 1 tot en met 10 zijn de gevoelens 8 legoblokjes sterk. Jeroen is dus behoorlijk gefrustreerd. Bij de Cito is het nog veel erger dan bij het vieze eten vertelt hij.

“Ik kan het niet”

“Als jij mocht kiezen wat zou je dan het liefst doen”, vraag ik. Het liefst gaf hij de Cito een heel harde trap. Met de tekenpop laat hij dat zien. Wat gebeurde er in werkelijkheid vraag ik. Hij was met zijn hoofd op de tafel gaan liggen en juf had hem vervolgens geroepen.  Juf had gezegd dat hij het wel kon, dat hij daarop kon vertrouwen. “Maar ik kan het niet!”, zegt hij ook nu nog geëmotioneerd. Ik vraag Jeroen, wat er met zijn gevoel gebeurde toen hij naar juf was geweest. Hij weet dat zijn gevoel veranderde, maar hij weet het niet te omschrijven. Dan ziet hij de poster hangen van  uitgeverij “Dubbelzes” met plaatjes en woorden van positieve en moeilijke gevoelens. Hij loopt er naar toe, kijkt een poosje en zegt dat hij zich wanhopig voelde. Dat ging mij door merg en been.

Wanhopig

Bij het woord wanhopig stond een plaatje. Ik vraag Jeroen of hij met het spelmateriaal zijn eigen plaatje kan maken van wanhopig. Hij vindt het moeilijk. Ik besluit om het woord op te zoeken in het woordenboek en met hem te bespreken. Beelddenkers, voelen veel, maar verwoorden van die gevoelens is vaak best lastig. Want je voelt je gewoon naar, maar wanneer is het nu boos, woedend, machteloos of wanhopig.  Een kopje, zie je en is als zodaning duidelijk herkenbaar. Maar gevoelens zie je niet en zijn ook nog eens voor iedereen anders. Leren en benoemen van de verschillende gevoelens is dan best moeilijk. Als Jeroen de omschrijving van wanhopig hoort, ontstaat er al heel snel een beeld. Hij kleit hersenen en daar aan vast allemaal ideeën. Maar, vertelt hij, als hij zich wanhopig voelt zijn alle ideeën/oplossingen weg. Hij had het een keer eerder in de klas gehad, toen hij die sommen ook moest maken. Er veranderde dus iets, geef ik aan. We beelden de verandering op tafel uit.

Oplossing

Gelukkig kan ik Jeroen dan herinneren aan het feit dat hij zelf een oplossing vond, toen hij mij wilde vertellen hoe hij zich voelde. Dit door de poster. Ook wist hij nog dat het eten zo vies was. Dus wat je weet zit er nog steeds, maar je kon er niet bij. “Klopt het?”, vraag ik. Jeroen is het met me eens.  “Zou je willen dat je het weer kan omdraaien/veranderen?”, vraag ik. Dus dat je weer ideeën krijgt. Nou dat wil hij wel. Ik vraag of hij weet wat hij daar voor nodig is. Dat weet hij zo één, twee, drie niet. Omdat ons uurtje al weer om is, stel ik voor dat hij daar de komende week over nadenkt.

Het belang van de cito.

Maar is de cito zoals die nu wordt afgenomen in het belang van het kind dat getest wordt? In het geval van Jeroen(beelddenker) zeker niet. Net als Jeroen zijn er in elke groep/klas kinderen die zoveel stress in frustratie ervaren bij de cito, dat we ons zouden kunnen afvragen of het zinvol is om de cito bij hen af te nemen. Door de wanhoop en machteloosheid die Jeroen ervaart zal  school voor een deel voor hem  niet de veilige plek zijn, die we willen dat school is. Hij zal als hij niet begrepen en/of geholpen wordt, steeds meer weerstand/angst krijgen voor de Cito, toetsen of school. Misschien kan er een andere versie ontwikkeld worden van de Cito, speciaal voor beelddenkers en/of kinderen met dyslexie, dyscalculie, ADD of ADHD.

Blijven ontwikkelen

In het geval van Jeroen, waarbij tijdsdruk zo’n stempel legt op de prestatie, is het de moeite waard om naar een andere manier van toetsen of helemaal niet toetsen te kijken.
Het belangrijkste is dat een kind zich blijft ontwikkelen, het maakt niet uit of dat nu snel of wat langzamer gaat. We hebben toch ook niet allemaal op het zelfde tijdstip leren lopen, praten zwemmen, maar we hebben het allemaal wel geleerd!

Heeft dit blog je jou geraakt of aan het denken gezet, zou je het me willen laten weten? Dit kan je doen, door dit bericht te liken en/of te delen. Alvast bedankt.

Mijn blogs zijn altijd een weergave van de werkelijkheid, maar ik gebruik gefingeerde namen en pas situaties  aan om de privacy van mijn cliënten te beschermen.

Delen: